Jaarverslag Huis voor Klokkenluiders: gerichte aanpak en wetsverbeteringen om de positie van melders te verbeteren

Geschreven door Redactie
Jaarverslag Huis voor Klokkenluiders: gerichte aanpak en wetsverbeteringen om de positie van melders te verbeteren

Het Huis voor Klokkenluiders heeft in 2020 ingezet op een gerichte aanpak bij het voorkomen en oplossen van werkgerelateerde mistanden en van benadeling van de melder. Daarnaast is de samenwerking met instanties op nationaal en internationaal niveau versterkt en is gewerkt aan wetsverbeteringen die de positie van de meldende werknemer moeten verbeteren. Dat staat in het jaarverslag van het Huis voor Klokkenluiders, dat op 15 maart is gepubliceerd.

Begin 2020 werd de toekomstvisie van het Huis voor Klokkenluiders gepubliceerd. Het Huis wil een autoriteit voor integriteit en klokkenluiden zijn. Met een heldere rol en positie in advisering en onderzoek, vroegtijdig en op maat gekozen optreden en Het Huis als centraal kennisinstituut en knooppunt in het Nederlandse integriteitssysteem met betrekking tot werkrelaties.
 
Deze toekomstvisie leidde in 2020 tot een nieuwe werkwijze, gericht op de-escalatie en conflictoplossing, het voorkomen van verdere schade aan zowel melder(s) als werkgever(s) en het bijdragen aan een effectieve aanpak van misstanden. De eerste resultaten van deze aanpak zijn bemoedigend, aldus Huisvoorzitter Wilbert Tomesen. De nieuwe werkwijze brengt onder meer met zich mee dat melders met een vermoeden van een werkgerelateerde misstand sneller duidelijkheid krijgen over hun positie. Melders geven aan hier steun aan te ontlenen en ook de werkgever realiseert zich sneller dat het om een belangrijke kwestie gaat. In bepaalde gevallen wordt, met instemming van de melder, ook het gesprek met de werkgever aangegaan om naar een oplossing te zoeken. De adviseurs van het Huis ontvingen in 2020 250 adviesverzoeken. In 19 gevallen werd daarbij vastgesteld dat sprake was van een vermoeden van een maatschappelijke misstand. Andere zaken bleken geen maatschappelijke misstand te betreffen of werden opgelost, soms mede dankzij betrokkenheid van de adviseurs.
 
Werkgevers en/of toezichthoudende instanties zijn doorgaans de eerst aangewezenen om gemelde vermoedens van misstanden op te lossen. Wanneer een oplossing uitblijft kan het Huis op verzoek een onderzoek instellen. Meestal gaat het om een onderzoek naar de behandeling van de melder als gevolg van het melden. In lijn met de nieuwe werkwijze kijkt het Huis sinds 2020 ook naar alternatieven voor een uitgebreid onderzoek, zoals het faciliteren van een bemiddelingstraject. Rehabilitatie en erkenning van de melder door de werkgever als ‘goed melder’ zijn vaak van doorslaggevende betekenis om tot een oplossing te komen. De afdeling Onderzoek begon het jaar met 12 onderzoeken, eind 2020 waren dat er 8. In 2020 werden 3 rapporten gepubliceerd. In één geval werd met succes een onderzoekverzoek met behulp van een alternatief bemiddelingstraject afgerond.

Als kennisinstituut en knooppunt binnen het Nederlandse integriteitssysteem heeft het Huis veel gesproken met en vragen beantwoord van onder meer stakeholders, organisaties en individuele werkgevers over de beste manier om melders te beschermen en misstanden te voorkomen. In Europees verband werd de samenwerking met partnerorganisaties versterkt. Het in 2019 op initiatief van het Huis opgerichte Network of European Integrity and Whistleblowing Authorities (NEIWA) hield in 2020 diverse online bijeenkomsten. Er werden er twee verklaringen gepubliceerd, waarin EU-lidstaten worden aangespoord om vaart te maken met de implementatie van de nieuwe EU-richtlijn voor de bescherming van klokkenluiders. Over het proces van intern onderzoek naar misstanden publiceerde het Huis de handreiking ‘Integriteit in de praktijk – Intern onderzoek’. Hierin staat hoe de werkgever het uitvoeren van een intern onderzoek na een melding kan organiseren.
 
In 2020 was het Huis betrokken bij de geplande evaluatie Wet Huis voor klokkenluiders en de implementatie van de nieuwe EU-richtlijn voor de bescherming van klokkenluiders. Het Huis maakte zich daarbij onder meer sterk voor meer onderzoeks- en sanctiebevoegdheden en voor de oprichting van een onafhankelijk fonds om melders bij te staan op bijvoorbeeld juridisch of psychosociaal vlak. De EU-richtlijn voor de bescherming van klokkenluiders moet uiterlijk op 17 december 2021 omgezet zijn in nationaal recht. Het Huis spreekt de hoop uit dat in 2021 ook een wetsvoorstel naar aanleiding van de evaluatie van de Wet Huis voor klokkenluiders kan worden ingediend.

Onze Ambassadeurs