Hubble-ruimtetelescoop ‘filmt’ nalichtende sterexplosie
De Hubble-ruimtetelescoop heeft het uitdoven in beeld gebracht van een supernova die in januari 2018 in het bijna 70 miljoen lichtjaar verre sterrenstelsel NGC 2525 verscheen. De opnamen zijn gemaakt in het kader van een langlopend onderzoeksprogramma dat gericht is op het meten van de uitdijingssnelheid van het heelal.
Supernova-explosies als deze spelen een belangrijke rol bij deze metingen. De supernova, die formeel bekendstaat als SN2018gv, is vanaf februari 2018 een jaar lang met tussenpozen met de ruimtetelescoop waargenomen.
Op de opnamen is het geleidelijk uitdovende object te zien als een heldere ster aan de rand van een van de spiraalarmen van NGC 2525. Een filmpje op basis van de Hubble-beelden laat het zwakker worden van de ster goed zien. SN2018gv was een supernova van type Ia. Dit soort sterexplosies ontstaan wanneer een witte dwergster, het compacte restant van een uitgeputte ster, materie aangevoerd krijgt van een begeleidende ster en daarbij een kritische massa overschrijdt. Dat resulteert in een thermonucleaire kettingreactie waarbij de witte dwerg uit elkaar spat en grote hoeveelheden licht en andere vormen van straling worden uitgezonden.
Op het hoogtepunt van de explosie straalt zo’n supernova 5 miljard keer zo fel als onze zon. Omdat supernova’s van dit type steeds min of meer dezelfde helderheid bereiken, kunnen ze door astronomen als ‘standaardkaarsen’ worden gebruikt. Heel kort geformuleerd kan uit de schijnbare helderheid van zo’n supernova direct zijn afstand tot de aarde worden afgeleid. Door grote aantallen supernova’s van type Ia op uiteenlopende afstanden van de aarde waar te nemen, hopen astronomen meer inzicht te krijgen in de (versnellende) uitdijing van het heelal.
Klik hier voor het filmpje!