Raad wordt besluit gevraagd over vernieuwing Westfries Museum
Het college van B en W vraagt de raad te besluiten tussen vier varianten voor vernieuwing van het Westfries Museum. De vernieuwing betreft het herstel van de funderingen en verduurzaming van de panden. Daarnaast ook verbetering van de toegankelijkheid voor mensen met een beperking en uitbreiding van het museum met het naastgelegen pand Roode Steen 15. De voorkeur van het college gaat uit naar de twee varianten inclusief kelder voor tijdelijke tentoonstellingen (wisselexposities).
In 2017 kwam het pand van de Rozenkruisers aan de Roode Steen 15 vrij. Het college van B en W vroeg het Westfries Museum om een visie te ontwikkelen op de toekomst van het museum, inclusief het pand Roode Steen 15. Omdat de eerste plannen te duur werden, heeft in 2020 de raad opdracht gegeven om het museum sober en doelmatig te vernieuwen.
Het meest ingrijpend is de voorgestelde bouwkundige aanpak van het monumentale museumcomplex. Deze aanpak is noodzakelijk omdat de museumpanden verzakken. Derhalve moet de fundering binnen drie tot vijf jaar worden hersteld. De aanpak van de fundering is op korte termijn noodzakelijk, om verdere verzakking en schade aan de monumentale panden van het museum te voorkomen.
Vier varianten
Variant 1 betrekt Roode Steen 15 bij het museum en plaatst in dat pand de ruimte voor wisselexposities op de eerste verdieping. Variant 2 bestaat uit het samenvoegen van Roode Steen 15 met een paviljoen in de tuin voor wisselexposities. Variant 3 voegt de panden eveneens samen, maar wisselexpositie worden hierin ondergebracht in een te realiseren kelder onder Roode Steen 16. Variant 4 heeft een grotere kelder dan in variant 3. Deze moet onder de beide panden op Roode Steen 15 en 16 komen, waardoor er ruimte ontstaat voor extra toiletten en een presentatieruimte.
Behoud van monumentale karakter en meer bezoekers
Varianten 3 en 4 met een kelder hebben de voorkeur van het college. De ruimte voor wisselexposities blijft daarmee binnen de contouren van de bestaande gebouwen. Hierdoor wordt het monumentale karakter van het gebouw behouden en kunnen de aanwezige tuinen benut worden als aantrekkelijke groene ruimte. Bovendien kan het museum doorgroeien naar 70.000 bezoekers per jaar. Iets wat in de huidige situatie of in variant 1 niet kan. Na een eventuele verbouwing wordt verwacht dat het museum in plaats van 45.000 zo’n 70.000 bezoekers per jaar zal aantrekken.
Klaar voor de toekomst
In samenhang met de plannen heeft het museum een nieuw museaal concept ontwikkeld. Het doel is meer in te spelen op de actualiteit, het digitale aanbod te vergroten en op een laagdrempelige manier aantrekkelijk te zijn voor een divers publiek. De vernieuwde museale presentatie wordt door het museum zelf gedekt uit eigen middelen, toekomstige publieksinkomsten en bijdragen van fondsen en sponsoren.
Subsidies
Door het Rijk is 2.100.000 euro subsidie toegekend voor het herstel van de fundering. De provincie draagt voor 309.000 euro bij aan het verduurzamen van het museum. Als het raadsbesluit over de vernieuwing niet in 2021 wordt genomen dan komt de subsidie te vervallen. De werkzaamheden die vallen onder de subsidieregeling moeten namelijk voor eind 2023 worden afgerond. Uitstel van het herstel zal leiden tot grotere schade in de toekomst en tot verlies van reeds toegezegde restauratiesubsidies.
Proces besluitvorming
De raadscommissie bespreekt het raadvoorstel op 20 mei. De besluitvorming in de raad staat gepland op 1 juni. Het college van B en W stelt voor de investering later dit jaar bij de bespreking van de kadernota af te wegen tegen andere plannen die geld vragen. Het raadsvoorstel en de bijbehorende stukken die worden besproken, vindt u op de website van de gemeenteraad.